Dit is een bijlage die opent in hetzelfde venster 'Sekswerk: Aanvullend beleid naast Hoofdstuk 3 APV?'.


 
 
 

UITVOERINGSREGEL MET BETREKKING TOT THUISWERKERS IN 
DE SCHIEDAMSE PROSTITUTIEBRANCHE 
 
Één prostituee die in zijn/haar eigen woning werkzaam is, de zogenaamde thuiswerker, is in principe vrijgesteld 
van de vergunningplicht voor een seksbedrijf. Als een prostituee niet voldoet aan één of meerdere van 
onderstaande criteria is er geen sprake van thuiswerken. Er wordt dan op een bedrijfsmatige wijze gewerkt door 
de prostituee, waardoor er een vergunningplicht is. Om te bepalen of de activiteiten die door de thuiswerker 
worden verricht, bedrijfsmatig zijn en uiteindelijk toch vergunningplichtig, wordt er altijd gekeken naar de feitelijke 
situatie. 
 
Met betrekking tot thuiswerkers hanteert Schiedam de volgende criteria: 
 
Thuiswerk vindt uitsluitend plaats in de eigen woning: degene die prostitutie bedrijft in een eigen woning 
dient  volgens  de  Basisregistratie  Personen  op  dat  adres  te  zijn  ingeschreven.  De  woning  dient 
aantoonbaar  in  eigendom  te  zijn  van  de  prostituee,  of  er  moet  een  geldige  huurovereenkomst  zijn, 
waarbij uit de huurvoorwaarden blijkt dat prostitutiewerkzaamheden vanuit die woning zijn toegestaan.  
 
Het werven van klanten geschiedt in de regel langs informele weg: de prostituee mag adverteren, maar 
dit mag slechts incidenteel gebeuren. In geval van een dagelijks of wekelijks terugkerende advertentie of 
adverteren  op  speciale  sekssites  is  sprake  van  een  zekere  regelmaat  en  is  er  sprake  van 
bedrijfsmatigheid en geldt alsnog een vergunningplicht. 
 
Aan  de  buitenzijde  van  het  perceel  mag  het  niet  duidelijk  zijn  dat  er  prostitutie  wordt  bedreven.  De 
binnenzijde  van  de  woning  moet  zijn  ingericht  ten  behoeve  van  wonen.  Indien  er  wordt  geconstateerd 
dat  er  één  of  meer  ruimtes  zijn  ingericht  als  een  zogeheten  afwerkkamer(s)/peeskamer(s),  kan  er  niet 
meer  worden  gesproken  van  een  woning,  maar  van  een  seksinrichting.  Ook  grote  hoeveelheden  aan 
seks aanverwante artikelen (tissues, condooms, glijmiddelen etc.) kunnen duiden op bedrijfsmatigheid. 
 
De prostituee mag niet toestaan dat anderen of andere bewoners in de woning prostitutie bedrijven. Er 
mogen geen derden (zoals een partner) betrokken zijn bij de prostitutie activiteiten. 
 
De verdiensten voortkomend uit de prostitutie moeten uitsluitend ten goede komen aan de prostituee (ter 
voorkoming van uitbuiting/mensenhandel). 
 
Er  mag  geen  sprake  zijn  van  overlast  of  aantasting  van  het  woon-  en  leefklimaat  (bijv.  drukke  of 
merkbare aanloop van klanten).