UITVOERINGSREGEL MET BETREKKING TOT THUISWERKERS IN
DE SCHIEDAMSE PROSTITUTIEBRANCHE
Één prostituee die in zijn/haar eigen woning werkzaam is, de zogenaamde thuiswerker, is in principe vrijgesteld
van de vergunningplicht voor een seksbedrijf. Als een prostituee niet voldoet aan één of meerdere van
onderstaande criteria is er geen sprake van thuiswerken. Er wordt dan op een bedrijfsmatige wijze gewerkt door
de prostituee, waardoor er een vergunningplicht is. Om te bepalen of de activiteiten die door de thuiswerker
worden verricht, bedrijfsmatig zijn en uiteindelijk toch vergunningplichtig, wordt er altijd gekeken naar de feitelijke
situatie.
Met betrekking tot thuiswerkers hanteert Schiedam de volgende criteria:
Thuiswerk vindt uitsluitend plaats in de eigen woning: degene die prostitutie bedrijft in een eigen woning
dient volgens de Basisregistratie Personen op dat adres te zijn ingeschreven. De woning dient
aantoonbaar in eigendom te zijn van de prostituee, of er moet een geldige huurovereenkomst zijn,
waarbij uit de huurvoorwaarden blijkt dat prostitutiewerkzaamheden vanuit die woning zijn toegestaan.
Het werven van klanten geschiedt in de regel langs informele weg: de prostituee mag adverteren, maar
dit mag slechts incidenteel gebeuren. In geval van een dagelijks of wekelijks terugkerende advertentie of
adverteren op speciale sekssites is sprake van een zekere regelmaat en is er sprake van
bedrijfsmatigheid en geldt alsnog een vergunningplicht.
Aan de buitenzijde van het perceel mag het niet duidelijk zijn dat er prostitutie wordt bedreven. De
binnenzijde van de woning moet zijn ingericht ten behoeve van wonen. Indien er wordt geconstateerd
dat er één of meer ruimtes zijn ingericht als een zogeheten afwerkkamer(s)/peeskamer(s), kan er niet
meer worden gesproken van een woning, maar van een seksinrichting. Ook grote hoeveelheden aan
seks aanverwante artikelen (tissues, condooms, glijmiddelen etc.) kunnen duiden op bedrijfsmatigheid.
De prostituee mag niet toestaan dat anderen of andere bewoners in de woning prostitutie bedrijven. Er
mogen geen derden (zoals een partner) betrokken zijn bij de prostitutie activiteiten.
De verdiensten voortkomend uit de prostitutie moeten uitsluitend ten goede komen aan de prostituee (ter
voorkoming van uitbuiting/mensenhandel).
Er mag geen sprake zijn van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat (bijv. drukke of
merkbare aanloop van klanten).