Dit is een bijlage die opent in hetzelfde venster 'Wob-verzoek inzake geheimhoudingsprocedure en geheime documenten'.

BIJLAGE 2 Protocol geheimhouding Sint Anthonis 2017 
 

Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur 
 
Wettekst: 
 
1.  Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: 
 
a.  de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; 
b.  de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; 
c.  bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of 
rechtspersonen vertrouwelijk  aan de overheid zijn meegedeeld. 
d.  persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet 
bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op 
de persoonlijke levenssfeer maakt. 
 
2.  Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor 
zover het belang daar-  van niet opweegt tegen de volgende belangen: 
 
a.  de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; 
b.  de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke 
lichamen of de in  artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; 
c.  de opsporing en vervolging van strafbare feiten; 
d.  inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; 
e.  de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; 
f.  het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van 
de informatie; 
g.  het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de 
aangelegenheid betrokken  natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van 
derden. 
 
3.  Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voor zover de betrokken 
persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 
 
4.  Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het 
zevende lid, aanhef en  onder a, zijn niet van toepassing voor zover het milieu-
informatie betreft die betrekking heeft op emissies  in het milieu. Voorts blijft in 
afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-in- 
formatie uitsluitend achterwege voor zover het belang van openbaarmaking niet 
opweegt tegen het daar  genoemde belang. 
 
5.  Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-
informatie voor zover  deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 
 

Z-16-18924 INT/019952 

6.  Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-
informatie. 
 
7.  Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege 
voor zover het be-  lang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: 
 
a.  de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; 
b.  de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 
 
8.  Voor zover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen 
van het eerste,  tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of 
deze informatie betrekking heeft op  emissies in het milieu. 
 
 
Toelichting op de wettekst 
De voor de gemeente relevante uitzonderingsgronden van artikel 10 
Wob:  Geheimhouding moet als: 
a.  er vertrouwelijk door natuurlijke personen of rechtspersonen bedrijfs- en 
fabricagegegevens 
b.  aan de overheid zijn meegedeeld: 
c.  de informatie bijzondere persoonsgegevens betreft, tenzij de verstrekking kennelijk 
geen inbreuk op  de persoonlijke levenssfeer maakt; 
 
Geheimhouding kan als: 
a.  de economische of financiële belangen van de gemeente in het geding komen: 
b.  er sprake is van Inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen: 
c.  de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in het geding komt: 
d.  het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van 
de informatie: 
e.  betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, of derden onevenredig 
bevoordeeld of benadeeld  worden. 
 
Het uitgangspunt van de Wob is openbaarheid. De Wob eist dat per alinea wordt getoetst 
of de daarin opgenomen informatie openbaar is of niet. Het kan dus voorkomen dat een 
document gedeeltelijk openbaar is. De  niet-openbare passages kunnen worden 
weggelakt. 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Z-16-18924 INT/019952 

Weigeringsgronden per grond toegelicht 
 
a. 
bedrijfs-en fabricagegegevens (art. 10, eerste lid onder c Wob): 
De bedoeling van deze uitzonderingsgrond is om te voorkomen dat concurrerende 
bedrijven elkaars bedrijfs-  en fabricagegegevens zouden kunnen achterhalen. Bedrijfs- en 
fabricagegegevens zijn al e gegevens waaruit  direct of indirect kennis kan worden afgeleid 
over technische bedrijfsvoering of het productieproces, of de af-  zet van producten of de 
kring van afnemers en leveranciers. Het moet gaan om gegevens die vertrouwelijk  aan de 
gemeente zijn meegedeeld (bv. bij aanbestedingen of het aanvragen van een 
omgevingsvergunning). 
 
b.  bijzondere persoonsgegevens (artikel 10, eerste lid onder d Wob) 
De gemeente mag geen bijzondere persoonsgegevens verstrekken. Het gaat dan om 
gegevens betreffende  iemands: godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, 
gezondheid, seksuele leven, lidmaat-  schap van een vereniging, mogelijke strafrechtelijke 
achtergrond en persoonlijk identificatienummer (BSN-  nummer). Al een in het geval er 
absoluut geen twijfel is dat verstrekking van deze bijzondere persoonsgegevens geen 
inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer, dan mag de gemeente overgaan tot 
verstrekking. 
 
c. 
economische of financiële belangen van de gemeente (art. 10, tweede lid onder b 
Wob)
 
Deze uitzonderingsgrond is aan de orde als de gemeente door het verstrekken van 
informatie financieel na- deel kan oplopen. Daarvan is sprake als openbaarmaking de 
onderhandelingspositie van de gemeente tegen-  over wederpartijen aantast dan wel wordt 
verzwakt. Openbaarmaking kan de onderhandelingspositie van de  gemeente dan zozeer 
schaden dat de economische of financiële belangen van de gemeente geacht moeten 
worden zwaarder te wegen dan het algemeen belang van openbaarmaking. Te denken valt 
aan het openbaar  maken van grondprijzen, de uitoefening van aandeelhoudersrechten en 
(directie)ramingen van kosten voor  aanbestedingen, het openbaar maken van een 
aankoopstrategie van panden. Het is nadelig wanneer de gemeente naar buiten treedt met 
welke grondprijzen de gemeente intern rekent, van welke bouwkosten wordt  uitgegaan, 
welke rendementen aanvaardbaar worden geoordeeld enz. Als deze ramingen bekend 
worden zouden ondernemers hun aanbod hierop kunnen afstemmen. 
 
d.  inspectie, controle en toezicht door bestuursorgaan (art. 10, tweede lid onder d) 
Bij deze grond gaat het om het belang dat het bestuursorgaan erbij heeft dat gevolgde 
technieken en tactieken die verband houden met inspectie, controle en toezicht niet naar 
buiten toe bekend wordt. De informatie  kan gegevens bevatten die betrekking hebben op 
door ambtenaren van een bepaalde dienst gehanteerde  controletechnieken en 
strategieën, die een inzicht verschaffen in de wijze van werken van de dienst. 
Openbaarmaking van deze gegevens kan ertoe leiden dat burgers hun gedrag hier zodanig 
op afstemmen dat  het belang van effectieve controle op onaanvaardbare wijze wordt 
geschaad. Onder de bescherming van deze  uitzonderingsgrond valt ook informatie die 

Z-16-18924 INT/019952 

inzicht geeft in de opsporingstechniek en de werkwijze van een opsporings- en 
toezichtsdienst. Algemene informatie over de toezichtstaak van de gemeente is wel 
openbaar,  zoals het aantal formatieplaatsen en proces-verbalen dat in een jaar is 
opgemaakt. 
 
e. 
eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10, tweede lid onder e Wob) 
De afweging die moet worden gemaakt gaat over de vraag of openbaarmaking van de 
betrokken documenten  een zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer oplevert dat 
het belang van openbaarmaking niet op-  weegt tegen het belang van de eerbiediging van 
de persoonlijke levenssfeer van de betrokken persoon. Uitgangspunt is dat de persoonlijke 
levenssfeer van personen in het algemeen niet in het geding is voor zover het  uitsluitend 
het beroepshalve functioneren betreft. Voorbeelden van gegevens over beroepshalve 
functio- neren  zijn bijvoorbeeld: datum van indiensttreding en gegevens over opleiding van 
individuele ambtenaren. 
Wanneer in een bepaald document alleen sprake is van persoonsgegevens zoals namen 
en adressen die lei-  den tot een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van deze 
personen, dan kan door middel van het weglaten van deze gegevens tot openbaarmaking 
worden overgegaan. Een reden om tot het opleggen van geheimhouding over te gaan kan 
wel in het geval dat de betrokken ambtenaren gerede angst hebben voor intimidatie, 
persoonlijk geweld of enig andere inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De eerbiediging 
van de persoonlijke  levenssfeer geldt niet voor rechtspersonen (BV’s, NV's, stichtingen et 
cetera). Deze grond is eveneens niet   van toepassing als de betrokkene heeft ingestemd 
met openbaarmaking. 
 
f. 
het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen 
van de informatie   
Deze uitzonderingsgrond is ook van toepassing op geadresseerden binnen de overheid. 
Te denken valt dan  bijvoorbeeld aan toezending van stukken aan (ambtenaren van) 
andere bestuursorganen of aan derden die  aan intern beraad deel hebben genomen. Ook 
openbaarmaking van collegevoorstellen die nog naar het col-  lege zelf moeten worden 
gezonden, kan met een beroep op deze uitzonderingsgrond worden geweigerd. 
 
g.  onevenredige bevoor- of benadeling (art. 10, tweede lid onder g Wob) 
Deze grond is van toepassing in situaties waarin door bekendmaking een of meerdere 
partijen die bij de bestuurlijke aangelegenheid is betrokken, onevenredig voordeel of nadeel 
ondervindt. Dit voordeel of nadeel  moet wel zo groot zijn dat het opweegt tegen het 
algemene belang dat informatie in principe voor iedereen  toegankelijk moet zijn. Bij een 
beroep op deze uitzonderingsgrond moet expliciet worden aangegeven bij wie  die bevoor- 
of benadeling plaatsvindt. Voorbeeld; Wanneer het gaat om voorwaarden die betrekking 
hebben  op lopende en toekomstige contracten met derden, kan openbaarmaking daarvan 
de gemeente onevenredig  benadelen. Eventuele contractpartners kunnen inzicht hebben 
in de voorwaarden waaronder de gemeente  overeenkomsten aangaat. Potentiële 
contractspartners worden hiermee dan weer onevenredig bevoordeeld. In  een dergelijk 
geval kan ook de b-grond (economische of financiële belangen van de gemeente) ten 

Z-16-18924 INT/019952 

grond-   slag worden gelegd aan de geheimhouding. Het feit dat bepaalde informatie 
gebruikt zou kunnen worden voor een rechtszaak tegen de gemeente is over het algemeen 
onvoldoende als argument om openbaarmaking te  weigeren. Dit heeft echter wel zijn 
grenzen. Zo moet de gemeente de mogelijkheid hebben om zich bijvoorbeeld te laten 
adviseren over zijn juridische positie in een aangelegenheid, zonder dat zo’n juridisch 
advies  door de wederpartij in zijn voordeel gebruikt kan worden. Ook hoeft de gemeente 
geen informatie te verstrek-  ken die haar in een onevenredig nadelige positie brengt. Het 
is niet de bedoeling van de Wob dat de weder-  partij via deze wet meer informatie kan 
krijgen dan op grond van het procesrecht wordt voorzien. Ook stukken  van ambtenaren 
(voor intern beraad) kan de gemeente (of in voorkomende gevallen de ambtenaren zelf) in 
een nadelige positie brengen. NB. Artikel 11 van de Wob is niet van toepassing bij de 
oplegging van geheimhouding op grond van de Gemeentewet. 
 
 

Z-16-18924 INT/019952